Ligging en ontstaan van Winsum, Obergum en Bellingeweer


Winsum, Obergum en Bellingeweer hebben net als veel dorpen in Noord-Groningen een zeer oude geschiedenis, die samenhangt met de zich regelmatig verplaatsende kustlijnen. Vanouds hebben 2 zee-armen daarin een belangrijke rol gespeeld: De Hunze-boezem en de Fivel-boezem.
Op het eerste kaartje hieronder is de vroegere kustlijn langs de Hunze-monding van ca. 600 v.Chr. zichtbaar, door goed te kijken naar de ligging van 2 rijen dorpen. Deze markeren nl. de oost- en west-oever van de toenmalige Hunze-zee-arm. Langs de kustlijn vormden zich op natuurlijke wijze hoger liggende oeverwallen, waarop de eerste woonplaatsen langs de Hunze verrezen, de later nog verder opgehoogde wierdedorpjes. Onze drielingdorpen ligt op de oostoever van het Hunze-dal.

De ligging van de dorpen in dit gebied geeft dus een kijkje terug in de tijd, naar de toenmalig structuur van het gebied. Dat zo ver terug kunnen kijken in de tijd maakt dit gebied heel bijzonder.

Hunze-dal

Na verloop van tijd trok de zee zich terug, en kromp de Hunze-zeearm samen tot een kronkelende rivier in het Hunze-dal, waar diverse drooggevallen meanders nog steeds goed zichtbaar zijn in het landschap (ook kijkje terug in de tijd).
In later tijden zijn deze kronkels stapsgewijs gekanaliseerd vanuit de stad Groningen, dit kanaal kreeg vanuit de stad de naam Reitdiep, die langzamerhand de oorspronkelijke naam Hunze ging vervangen. De Hunze is de naamgever van deze regio: Hunsingo.


Op het kaartje hieronder zijn de meanders ingetekend als licht- (oudere) en donkerblauwe (jongere) kronkels. Op de oeverwallen (donkerbruin)  liggen de wierden (oranje), die op beide oevers worden verbonden door oeroude routes van de stad Groningen naar het noorden. 

Bron: Ben Westerink

De kustvormen van ca 600 v.Chr (donkergroen) en begin jaartelling (lichtgroen) geprojecteerd op een recente topografische kaart:


Aanvankelijk stroomde de Hunze in noordelijke richting naar zee, breed uitmondend op de plek waar nu ongeveer Pieterburen ligt. 

Onderstaand kaartje geeft de situatie weer rond ca. 500 n. Chr.

Op de hoogtekaart (huidige situatie) is de bedding van de vroegere Hunze-monding nog duidelijk herkenbaar.

Ook op de bodemkaart is vroegere Hunze-monding herkenbaar


Rond 1200 vond tijdens een storm een zee-inbraak plaats waarbij vanuit de monding van het riviertje Lauwers de Lauwerszee ontstond, en waarbij naar het oosten een geul werd geslagen richting Hunzedal. Hierdoor ging de Hunze voortaan via deze geul naar het westen uitmonden, in de Lauwerszee.
De open-zeeverbinding (met eb en vloed) is ca. 150 jaar geleden afgesloten door de aanleg van sluizen bij Zoutkamp.  Nog recenter is door het inpolderen van de Lauwerszee het Lauwersmeer ontstaan (met sluizen bij Lauwersoog).

De oude Hunze-loop naar het noorden slibde dicht, nog wel herkenbaar in het noordelijke riviertje Kromme Raken.
Ten zuiden van de Hunze/Reitdiep-monding ontstond een eiland-situatie voor Humsterland (met Niehove en Oldehove), het gebied Middag (met o.a. Ezinge, Feerwerd en Garnwerd) werd een schiereiland. Aduard, waar in die tijd een enorm klooster verrees (het grootste van Nederland en NW-Europa) lag in die tijd ook aan een Waddenzee-uitloper.

(kaartjes: Ben Westerink)


De oude meanders zijn in het landschap nog goed zichtbaar. Deze kennis maakt een tocht door het Reitdiepgebied tussen Winsum en Groningen interessant: Je kijkt terug in duizenden jaren landschapsverleden. Hieronder de hoogtekaart (huidige situatie)


Hunebedden?

In nog veel vroeger tijden (tussen 3.000 en 4.000 v. Chr) was dit gebied nog niet bedekt met een dik pak klei (er waren toen nog geen regelmatige overstromingen vanuit zee). Dit gebied was toen een voortzetting van het Drentse landschap. Het lag toen een paar meter lager en tussen Wetsinge en Pieterburen was in het landschap een uitloper van de Hondsrug aanwezig (stuwwal uit de IJstijd). Dit [Hoog van Winsum] is nu bedekt door een kleilaag van ruim 2 meter.

Onlangs heeft er bodemonderzoek plaatsgevonden bij Wetsinge, waarbij is gebleken dat hier op het Hoog van Winsum in de Hunebedtijd bewoning heeft plaatsgevonden, door mensen van de Trechterbekercultuur, net zoals in Drenthe. Bij Wetsinge, Winsum, Ranum en Baflo zijn vondsten gedaan uit die tijd, die wijzen op menselijke aanwezigheid. Het is dus heel goed mogelijk, zelfs waarschijnlijk, dat er nog hunebedden verborgen liggen onder de Groningse klei.

(kaartje: Ben Westerink, Wierdenlandschap)

Wandelend of fietsend tussen Winsum en Groningen zou je van onderstaand kaartje heel wat in het veld moeten kunnen herkennen.

(kaartje: Ben Westerink, Wierdenlandschap)

Interessant?

Over de landschapsgeschiedenis van dit gebied kun je een museum bezoeken  in Ezinge, vlakbij Winsum: 
Museum Wierdenland: "toont de schatkamers van het oudste cultuurlandschap van Nederland".

Klik op deze afbeelding voor de website.

Hieronder een lezing van Ben Westerink (08-02-2023) over zijn nieuw verschenen standaardwerk 'Wierdenlandschap'. (duur: ongeveer 1 uur.)